Les verbes réguliers en -RE (type VENDRE)
Cliquez ici pour voir le tableau de conjugaison.
Complétez les cadres. Cliquez ensuite sur "correction".
vendre
verkopen
indicatif présent
impératif
passé composé
je
ik verkoop
verkoop
j'
ik heb verkocht
tu
je verkoopt
laten we verkopen
tu
je hebt verkocht
il / elle / on
hij /ze / men verkoopt
verkoop
il / elle / on
hij /ze / men heeft verkocht
nous
we verkopen
nous
we hebben verkocht
vous
jullie verkopen / u verkoopt
vous
jullie hebben verkocht / u heeft verkocht
ils / elles
ze verkopen
ils /elles
ze hebben verkocht
imparfait
futur simple
conditionnel présent
je
ik verkocht
je
ik zal verkopen
je
ik zou verkopen
tu
je verkocht
tu
je zal verkopen
tu
je zou verkopen
il /elle / on
hij / ze / men verkocht
il /elle / on
hij / ze / men zal verkopen
il / elle / on
hij / ze / men zou verkopen
nous
we verkochten
nous
we zullen verkopen
nous
we zouden verkopen
vous
jullie verkochten / u verkocht
vous
jullie zullen verkopen / u zal verkopen
vous
jullie zouden verkopen / u zou verkopen
ils /elles
ze verkochten
ils /elles
ze zullen verkopen
ils / elles
ze zouden verkopen
Correction
OK