L'IMPéRATIF

regelmatige vorming

formation régulière

2de persoon meervoud / beleefdheidsvorm

2ième personne pluriel / forme de politesse

indicatif présent

impératif

Rangez la cuisine !

Breng de keuken in orde!

Fermez la porte!

Sluit de deur!
Faites attention ! Let op!

om een bevel te geven aan veel personen

pour donner un ordre à beaucoup de personnes

 

om beleefd te vragen aan één persoon

pour demander poliment à une personne (forme de politesse)

 

2de persoon enkelvoud

2ième personne singulier

indicatif présent

impératif

Range la cuisine !

Breng de keuken in orde!
Ferme la porte ! Sluit de deur!
Fais tes devoirs ! Maak je avondtaken!

om een bevel te geven aan één persoon

pour donner un ordre à une personne

 

De gebiedende wijs van de wederkerende werkwoorden (SE-werkwoorden)

 L’impératif des verbes pronominaux.

SE LAVER

 

indicatif présent

impératif

 

 

je me lave

 

Lave-toi!

Was je!

2de persoon enkelvoud

vous vous lavez

 

Lavez-vous!

Was  u!

2de persoon meervoud

beleefdheidsvorm