L'EMPLOI DU PARTICIPE PRÉSENT
het gebruik van het tegenwoordig deelwoord

1 comme FORME VERBALE = INVARIABLE
als werkwoordsvorm ONVERANDERLIJK

a quand il est accompagné d'un COMPLÉMENT DIRECT ou INDIRECT
wanneer het gevolgd wordt door een LIJDEND of MEEWERKEND VOORWERP
exemples:
voorbeelden:
Des personnes attendant le train.
Des enfants obéissant à leurs parents.
 
b quand il est suivi d'un ADVERBE
wanneer het gevolgd woord door een BIJWOORD
exemple:
voorbeeld:
Ce sont des élèves écoutant bien.
 
c quand il est précédé de NE (N').
wanneer het voorafgegaan wordt door NE (N')
exemple:
voorbeeld:
Ce sont des garçons n'obéissant pas.
 

 

2 comme ADJECTIF VERBAL = VARIABLE
als bijvoeglijk naamwoord: VERANDERLIJK

a quand il N'est PAS suivi d'un adverbe, d'un complément direct ou indirect.
wanneer het NIET gevolgd wordt door een BIJWOORD of een LIJDEND of MEEWERKEND VOORWERP
exemple:
voorbeeld:
Des enfants obéissants
 
b quand il est précédé d'un autre adverbe que NE
wanneer het voorafgegaan wordt door een ander bijwoord dan NE
exemple:
voorbeeld:
Des gens bien pensants.
 
c quand il est ATTRIBUT
wanneer het GEZEGDE is
exemple:
voorbeeld:
Ils sont obéissants.
 
CONTRÔLE: on peut le remplacer par un autre ADJECTIF
controle: je kan het vervangen door een ander BIJVOEGLIJK NAAMWOORD
exemple:
voorbeeld:
Une valise pesante. (une valise lourde)

3 Le gérondif = INVARIABLE
het gerundivum = ONVERANDERLIJK

a formation
vorming
EN + participe présent
EN + tegenwoordig deelwoord

exemples:
voorbeelden:
en chantant al zingende
en ouvrant bij het openen
en écrivant door te schrijven
 
b emploi
gebruik
- pour marquer la simultanéité
om aan te tonen dat iets gelijktijdig gebeurt
exemple:
voorbeeld:
Ils mangent en marchant
Ze eten terwijl ze stappen

- pour marquer le moyen
om de manier waarop aan te duiden
exemple:
voorbeeld:
En forgeant, on devient forgeron.
Door te smeden wordt men smid.
 
ATTENTION:
OPGELET:
Le sujet du gérondif et le sujet du verbe principal sont identiques.
Het onderwerp van het gerundivum en het onderwerp van het hoofdwerkwoord moeten dezelfde zijn.

 
TRADUCTIONS POSSIBLES
mogelijke vertalingen
- "bij het + infinitif"
En entendant cette chanson, elle pleurait.
- "toen" als voegwoord (de twee werkwoordsvormen hebben hetzelfde onderwerp)
exemple:
voorbeeld:
En parlant de sa fille, elle pleurait.


4 Certains participes présents changent de forme quand ils deviennent adjectifs verbaux.
Sommige tegenwoordige deelwoorden krijgen een andere vorm wanneer ze als bijvoeglijk naamwoord gebruikt worden.

participe présent adjectif verbal
   
communiquant
convainquant
provoquant
différant
excellant
fatiguant
négligéant
précédant
violant
communicant
convaincant
provocant
différent
excellent
fatigant
négligent
précédent
violent