LE CONDITIONNEL PASSÉ
de voorwaardelijke wijs in het verleden

FORMATION

DONNER VENIR
j' aurais donné   je serais venu(e)
ik zou gegeven hebben   ik zou gekomen zijn
tu aurais donné   tu serais venu(e)
je zou gegeven hebben   je zou gekomen zijn
il aurait donné   il serait venu
hij zou gegeven hebben   hij zou gekomen zijn
elle aurait donné   elle serait venue
ze zou gegeven hebben   ze zou gekomen zijn
on aurait donné   on serait venu
men zou gegeven hebben men zou gekomen zijn
             
nous aurions donné   nous serions venu(e)s
we zouden gegeven hebben we zouden gekomen zijn
vous auriez donné   vous seriez venu(e)(s)
jullie
u
zouden
zou
gegeven hebben jullie
u
zouden
zou
gekomen zijn
ils auraient donné   ils seraient venus
ze zouden gegeven hebben ze zouden gekomen zijn
elles auraient donné   elles seraient venues
ze zouden gegeven hebben ze zouden gekomen zijn
             
  CONDITIONNEL PRÉSENT 'AVOIR' + PARTICIPE PASSÉ     CONDITIONNEL PRÉSENT 'ÊTRE' + PARTICIPE PASSÉ
  de voorwaardelijke wijs van 'hebben' + voltooid deelwoord     de voorwaardelijke wijs van 'zijn' + voltooid deelwoord