Wat kan ik voor u doen?
Ik zou graag die laarzen passen.
Welke schoenmaat hebt u?
Ik weet het niet precies.
Ik geef u de schoentrekker.
Ze knellen een beetje.
Hebt u een halve maat groter?
Het gaat veel beter.
Moet je het vaak aanbrengen?
Je moet niet overdrijven.
Ik zou nog veters moeten hebben.
Hoeveel moet ik u?
U mag uw code intikken.