Ik zal niet kunnen helpen.
Zou ik nu mogen komen?
Ze zullen niet kunnen blijven.
Het zou niet mogen gebeuren.
Je zou het hem kunnen zeggen.
Zouden we mogen binnenkomen ?
Zou hij om twee uur mogen komen?
Zou ik u kunnen spreken?
Hij zou morgen naar huis mogen gaan.
Zou u zijn plaats kunnen innemen?